Inleiding
De gedragsregels die voor procureurs gelden, sluiten nauw aan bij die voor advocaten. Daarvoor zijn twee hoofdredenen. Ten eerste is gebleken dat deze regels zowel de belangen van cliënten als die van de beroepsbeoefenaar op effectieve wijze beschermen. Ten tweede bevorderen zij een soepele samenwerking tussen procureurs en advocaten.
Indien de gedragsregels voor procureurs wezenlijk zouden afwijken van die voor advocaten, zou dat kunnen leiden tot tegenstrijdigheden en praktische belemmeringen in de gezamenlijke rechtspraktijk. Om de eenheid van de rechtspleging en een goede samenwerking te waarborgen, is er daarom voor gekozen om de gedragsregels grotendeels gelijk te stellen.
Deze benadering sluit bovendien aan bij de ontwikkeling in de rechtspraak, waarin beroepsmatige rechtsbijstandverleners steeds vaker worden beoordeeld en/of aansprakelijk gehouden naar maatstaven die ook gelden voor de advocatuur.
De gelijkstelling van gedragsregels betekent overigens niet dat het tuchtrecht dat voor de advocatuur geldt, automatisch van toepassing is op de Procuraat. De Raad van Toezicht op de Procuraat behoudt een zelfstandige beoordelingsbevoegdheid en kan bepalingen uit de gedragsregels – afhankelijk van de omstandigheden van het geval – strenger, minder streng of op andere wijze interpreteren dan de tuchtrechter voor de advocatuur zou doen.
Deze zelfstandige toetsing waarborgt dat het toezicht op procureurs recht doet aan de eigen aard van het procureurschap, terwijl tegelijkertijd wordt aangesloten bij de professionele standaard die binnen de rechtspraktijk verwacht mag worden.
DE MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN DE PROCUREUR
Regel 1 Beroepsplichten
- Gelet op zijn bijzondere positie in het rechtsbestel is de Procureur gehouden tot betamelijke beroepsuitoefening.
- Deze plicht geldt jegens zijn cliënt, de overige betrokkenen bij de rechtspleging en zijn beroepsgroep en vindt haar grondslag in het belang van een goede rechtsbedeling
- De Procureur laat zich in al zijn handelen leiden door de kernwaarden van zijn beroep en neemt in acht de voor hem geschreven wettelijke bepalingen en verordeningen, de inhoud van zijn eed of belofte en de verplichtingen die voortvloeien uit de opdrachtrelatie met zijn cliënt.
- De Procureur dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in het procuraat, noch zijn eigen beroepsuitoefening wordt geschaad.
Regel 2 Onafhankelijkheid, partijdigheid, geen provisie
- De Procureur vermijdt dat zijn onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zou kunnen komen.
- Het belang van de cliënt, geen enkel ander belang, bepaalt de wijze waarop de Procureur zijn zaken behandelt.
- Het is de Procureur niet toegestaan een beloning toe te kennen of te ontvangen voor het verkrijgen of aanbrengen van opdrachten, tenzij de Procureur kan aantonen dat hij daarbij niet handelt in strijd met de kernwaarden en voorts dat hierbij slechts het belang van de rechtzoekende bepalend is.
Regel 3 Vertrouwelijkheid
- De Procureur is op grond van de wet (artikel 272 Sr) verplicht tot geheimhouding en schending daarvan is strafbaar; zo dient de Procureur te zwijgen over bijzonderheden van door hem behandelde zaken, de persoon van zijn cliënt en de aard en omvang van diens belangen.
- De Procureur neemt passende maatregelen ter handhaving van de vertrouwelijkheid en de communicatie met de cliënt of derden, in het bijzonder waar het de keuze betreft van de communicatiemiddelen, van dataverwerking en van dataopslag waarvan de Procureur zich bedient, en de mate van beveiliging van die middelen.
- In afwijking van het eerste lid staat het de Procureur vrij vertrouwelijk verkregen kennis naar buiten toe te gebruiken indien is voldaan aan elk van de volgende drie voorwaarden:
- voor zover een juiste uitvoering van de hem opgedragen taak dit rechtvaardigt;
- voor zover de cliënt daartegen desgevraagd geen bezwaar heeft; en
- voor zover dit in overeenstemming is met de goede beroepsuitoefening.
- De geheimhoudingsplicht strekt niet zo ver dat de Procureur wordt beperkt in het voeren van verweer in een procedure tegen hem ingesteld door degene jegens wie hij tot geheimhouding verplicht is. De Procureur neemt daarbij in acht dat hij de belangen van degene jegens wie hij tot geheimhouding verplicht is niet onnodig of onevenredig schaadt.
- Indien de Procureur aan een wederpartij of een derde vertrouwelijkheid heeft toegezegd of deze vertrouwelijkheid voortvloeit uit de aard van zijn relatie met een derde, zal de Procureur deze vertrouwelijkheid ook jegens zijn cliënt in acht nemen.
- Bij het verstrekken van informatie aan derden over een zaak die bij hem in behandeling is of was, neemt de Procureur, behalve de belangen van de cliënt, tevens gerechtvaardigde andere belangen in acht. De Procureur verstrekt geen informatie zonder instemming van de cliënt.
Regel 4 Openheid over meeluisteren, meekijken en opnemen
Is een gesprek met een andere Procureur met diens goedvinden vastgelegd op een beeld- of geluidsdrager of anderszins, dan vindt regel 26 overeenkomstige toepassing.
Regel 5 Minnelijke oplossing
De Procureur dient voor ogen te houden dat een regeling in der minne veelal de voorkeur verdient boven een proces.
Regel 6 Doelmatigheid
- De Procureur streeft een doelmatige behandeling van de zaak na en houdt in het oog dat ook ten laste van een wederpartij of andere betrokkenen geen onnodige kosten worden gemaakt.
- De Procureur is gehouden, alvorens hij overgaat tot het nemen van rechtsmaatregelen en in het bijzonder tot het nemen van executiemaatregelen, zijn wederpartij of, zo deze wordt bijgestaan door een Procureur of advocaat, die Procureur of advocaat van zijn voornemen kennis te geven, tenzij in het uitzonderlijke geval dat een bijzonder belang van de cliënt zich daar kennelijk tegen verzet. In beginsel dient hij daarbij een redelijke tijd voor beraad te geven. Waar redelijkerwijs mogelijk voert hij overleg over het tijdstip van behandeling van een zaak.
Regel 7 Geen ongepaste uitlatingen
De Procureur dient zich niet onnodig grievend uit te laten.
Regel 8 Geen onjuiste informatie
De Procureur dient zich zowel in als buiten rechte te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist is.
Regel 9 Kenbaarheid hoedanigheid Procureur
- De Procureur dient tegenover zijn cliënt en in zijn contacten met derden ervoor zorg te dragen dat geen misverstand kan bestaan over de hoedanigheid waarin hij in een gegeven situatie optreedt.
- Ook wanneer hij niet in de hoedanigheid van Procureur optreedt dient hij zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in het procuraat niet wordt geschaad.
Regel 10 Verenigbaarheid van activiteiten
De uitoefening van het beroep van Procureur is onverenigbaar met elke andere activiteit die de kernwaarden van het procuraat of het vertrouwen in het procuraat in het gedrang kan brengen.
Regel 11 Grensoverschrijdende activiteiten binnen Europa
De Procureur dient bij het verrichten van grensoverschrijdende werkzaamheden binnen de Europese Unie en het Europees economisch gebied de Gedragscode in acht te nemen.
DE PROCUREUR IN DE VERHOUDING TOT DE CLIËNT
Regel 12 Zorgvuldigheid
De Procureur behandelt de hem opgedragen zaken zorgvuldig en houdt daarbij steeds het bijzondere karakter van de relatie tussen Procureur en cliënt voor ogen.
Regel 13 Uitvoering opdracht
- De Procureur voert de aan hem gegeven opdracht persoonlijk uit. De Procureur mag in overleg met zijn cliënt van dit uitgangspunt afwijken; tevens is het hem toegestaan om, in overleg met zijn cliënt, andere procureurs en advocaten en zo nodig hulppersonen in te schakelen.
- De Procureur mag zijn medewerkers die geen Procureur of advocaat zijn slechts zelfstandig zaken laten behandelen indien hij zich ervan heeft overtuigd dat zij daartoe bekwaam zijn en hij het terrein waarop zij dit mogen doen, heeft afgebakend. De Procureur blijft tegenover zijn cliënt voor de uitvoering van de opdracht verantwoordelijk.
- Het bepaalde in het tweede lid is ook van toepassing ingeval de Procureur een andere Procureur of een hulppersoon (inclusief een advocaat) inschakelt.
Regel 14 Verantwoordelijkheid uitvoering opdracht
- De Procureur draagt volledige verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opdracht. De Procureur kan zich niet aan deze verantwoordelijkheid onttrekken met een beroep op de van zijn cliënt verkregen opdracht. Hij mag evenwel geen handelingen verrichten tegen de kennelijke wil van de cliënt.
- Indien tussen de Procureur en zijn cliënt verschil van mening bestaat over de wijze waarop de opdracht moet worden uitgevoerd en dit geschil niet in onderling overleg kan worden opgelost, dient de Procureur zich terug te trekken.
- Wanneer de Procureur besluit een hem verstrekte opdracht neer te leggen, dient hij dat op zorgvuldige wijze te doen en dient hij ervoor zorg te dragen dat zijn cliënt daarvan zo min mogelijk nadeel ondervindt.
Regel 15 Belangenverstrengeling
- Gelet op zijn gehoudenheid aan met name de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid is het de Procureur niet toegestaan, behoudens in de gevallen genoemd in het derde en vierde lid:
- tegelijkertijd voor meer dan één partij op te treden in een zaak waarin deze partijen een tegengesteld belang hebben;
- tegen een cliënt of een voormalige cliënt op te treden.
- De Procureur streeft ernaar te voorkomen dat de in het eerste lid bedoelde situatie ontstaat. Wanneer die omstandigheid zich niettemin voordoet of als een daarop uitlopende ontwikkeling aannemelijk is, zal de Procureur alert moeten zijn op die ontwikkeling en zich geheel, en uit eigen beweging, uit de zaak terugtrekken. De Procureur die zich aldus als Procureur van een of meer partijen heeft teruggetrokken zal zich vervolgens in diezelfde aangelegenheid ook niet namens andere partijen kunnen mengen.
- Van de verplichting uit het eerste lid kan de Procureur alleen afwijken indien is voldaan aan elk van de volgende drie voorwaarden:
- de aan de Procureur toe te vertrouwen belangen betreffen niet dezelfde zaak ten aanzien waarvan de voormalige of bestaande cliënt werd of wordt bijgestaan door de Procureur, houden daar ook geen verband mee en een toekomstig verband is evenmin aannemelijk;
- de Procureur beschikt niet over vertrouwelijke informatie afkomstig van zijn voormalige of bestaande cliënt, dan wel over zaaksgebonden informatie of informatie de voormalige of bestaande cliënt betreffende, die redelijkerwijs van belang kan zijn bij de behandeling van de zaak tegen deze voormalige of bestaande cliënt; en
- niet is gebleken van redelijke bezwaren aan de zijde van de voormalige of bestaande cliënt.
- Buiten het geval bedoeld in het derde lid kan de Procureur afwijken van het bepaalde in het eerste lid indien de partij die zich met het verzoek tot behartiging van zijn belangen tot de Procureur heeft gewend en de voormalige of bestaande cliënt tegen wie moet worden opgetreden op grond van hun verstrekte informatie vooraf daarmee instemmen en die instemming op behoorlijke wijze tussen voldoende gelijkwaardige partijen tot stand is gekomen.
- Het staat een Procureur vrij om aan een nieuwe of bestaande cliënt voor te houden dat in de door deze cliënt aangeboden opdracht diens belangen worden behartigd tegen een voormalige of bestaande cliënt en dat de opdracht alleen kan worden aangenomen als die voormalige of bestaande cliënt daarmee instemt. Na verkregen akkoord van de nieuwe cliënt zal de Procureur zich met die voormalige of bestaande cliënt mogen verstaan. Tot een dergelijk overleg gaat de Procureur echter niet over indien de aard van de concrete relatie met de bestaande cliënt of concrete omstandigheden van het geval zich daartegen verzetten.
- Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld het samenwerkingsverband waarvan hij deel uitmaakt.
Regel 16 Informatieplicht
- De Procureur dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.
- De Procureur die een redelijk vermoeden heeft dan wel bemerkt dat hij tekort is geschoten in de behartiging van de belangen van zijn cliënt, is gehouden zijn cliënt daarvan onverwijld op de hoogte te stellen en hem, zo nodig, te adviseren onafhankelijk advies te vragen.
- De Procureur handelt ook integer en zorgvuldig in financiële aangelegenheden en hij legt daarover een nauwgezette verantwoording af aan zijn cliënt.
Regel 17 Honorarium
- Bij het vaststellen van zijn declaratie behoort de Procureur een, alle omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk honorarium in rekening te brengen.
- De Procureur draagt er zorg voor dat bij het aanvaarden van de opdracht duidelijke afspraken zijn gemaakt over zijn honorarium, de doorbelasting van kosten, en de wijze van declareren.
- Zodra de Procureur voorziet dat de declaratie aanmerkelijk hoger zal worden dan de aanvankelijk aan de cliënt opgegeven schatting stelt hij zijn cliënt daarvan op de hoogte.
- De Procureur richt zijn declaratie aldus in, dat de cliënt eenvoudig kan vaststellen hoeveel wordt gerekend voor honorarium, verschotten en omzetbelasting en in hoeverre voorschotten worden verrekend. De Procureur declareert zijn honorarium in beginsel periodiek en deugdelijk gespecificeerd onder opgave van tarief en tijdsbesteding of een andere overeengekomen grondslag.
- Maakt de cliënt tegen de declaratie bezwaar, dan is de Procureur verplicht de cliënt te wijzen op de toepasselijke kantoorklachtenregeling en de overige mogelijkheden om het geschil op te lossen.
- Wat betreft nog niet in rechte vastgestelde vorderingen van de Procureur op zijn cliënt treft hij geen conservatoire maatregelen en vraagt hij niet het faillissement aan, anders dan na overleg met de deken.
- De Procureur legt alleen na overleg met de deken beslag onder zichzelf of onder de derdengeldenstichting van zijn kantoor.
Regel 18 Gefinancierde rechtsbijstand
- Tenzij een Procureur goede gronden heeft om aan te nemen dat zijn cliënt niet in aanmerking kan komen voor door de overheid gefinancierde rechtshulp, is hij verplicht vóór de aanvaarding van de opdracht de cliënt van de mogelijkheid omtrent gefinancierde rechtshulp (veelal zo niet enkel door advocaten) voor te leggen.
- Wanneer de cliënt mogelijk in aanmerking komt voor door de overheid gefinancierde rechtshulp en niettemin de keuze maakt daarvan geen gebruik te maken, dient de Procureur dat schriftelijk vast te leggen.
Regel 19 Zekerheid en voldoening declaratie
- Het is de Procureur niet toegestaan voor de betaling van zijn declaratie andere zekerheid te aanvaarden dan een voorschot in geld, behoudens in bijzondere gevallen en dan slechts na overleg met de deken.
- Het is de Procureur evenmin toegestaan voldoening van zijn declaraties anders dan in geld te aanvaarden, behoudens in bijzondere gevallen en slechts na overleg met de deken.
- Wanneer de cliënt op grond van gehele of gedeeltelijke betwisting van de declaratie bezwaar maakt tegen de verrekening daarvan met hem toekomende gelden, dient de Procureur na overleg met de deken deze gelden tot het beloop van het betwiste bedrag bij de deken te deponeren. De Procureur bevordert dat zo spoedig mogelijk wordt vastgesteld wie de rechthebbende van deze gelden is.
DE PROCUREUR IN DE VERHOUDING TOT OVERIGE BETROKKENEN BIJ DE RECHTSPLEGING
Regel 20 Eerlijk proces
- Ingeval de Procureur overgaat tot het overleggen van stukken dient hij bij het bepalen van het tijdstip van het overleggen rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij die op verschaffing van die stukken aanspraak heeft.
- De Procureur voorkomt dat in een zaak de rechter kennisneemt van stellingen of informatie waarvan gedurende de behandeling van de zaak de wederpartij niet tijdig en deugdelijk heeft kunnen kennisnemen.
- Indien de Procureur ter zitting gebruik maakt van een pleitnota en die aan de rechter overlegt, geeft hij gelijktijdig een afschrift van de pleitnota aan de Procureur of Advocaat van de wederpartij.
Regel 21 Mededelingen aan de rechter
- Het is de Procureur niet geoorloofd zich in een aanhangig geding anders dan tezamen met de Procureur van de wederpartij tot de rechter aan wiens oordeel of de instantie aan wier oordeel de zaak is onderworpen te wenden, tenzij schriftelijk en met gelijktijdige toezending van een afschrift van de mededeling aan de Procureur van de wederpartij en voorts zo tijdig dat die Procureur voldoende gelegenheid heeft om op de mededeling te reageren.
- Geen afzonderlijke mededeling aan de Procureur van de wederpartij is vereist, indien de mededeling aan de rechter via een technische voorziening gelijktijdig voor de Procureur van de wederpartij beschikbaar wordt.
- Nadat de uitspraak is bepaald, is het de Procureur niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden, tenzij de belangen van zijn cliënt hem daartoe nopen.
- Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld Advocaat.
Regel 22 Getuigen
- De Procureur stelt zich zorgvuldig op in zijn contacten met getuigen en zal geen handelingen verrichten die zouden kunnen leiden tot ongeoorloofde beïnvloeding van getuigen.
- Indien de Procureur getuigen of deskundigen oproept, moet hij instaan voor de aan hen toekomende vergoedingen en honoraria, tenzij hij een uitdrukkelijk voorbehoud maakt.
Regel 23 Optreden als geschilbeslechter
- De Procureur die een functie vervult bij enig college dat met rechtspraak of beslechting van geschillen op andere wijze is belast, onthoudt zich van elke bemoeienis met een zaak waarin hij in die functie werkzaam is, is geweest of zal worden betrokken.
- Het staat de Procureur, die deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, niet vrij bemoeienis te hebben met een zaak die beoordeeld is of wordt door een college waarin een tot hetzelfde samenwerkingsverband behorende Procureur of andere kantoorgenoot een functie vervult indien deze bij de behandeling door het college is of zal worden betrokken.
DE PROCUREUR IN DE VERHOUDING TOT ZIJN BEROEPSGROEP
Regel 24 Onderlinge verhoudingen
In het belang van de rechtzoekenden en van het procuraat in het algemeen streven Procureurs naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld Advocaat.
Regel 25 Rechtstreeks benaderen (weder)partij
- De Procureur stelt zich met een partij betreffende een aangelegenheid, waarin deze naar hij weet door een Procureur wordt bijgestaan, niet anders in verbinding dan door tussenkomst van die Procureur, tenzij deze laatste hem toestemming geeft rechtstreeks met die partij in verbinding te treden. Deze regel geldt onverminderd wanneer de bedoelde partij zich tot de Procureur wendt.
- In afwijking van het bepaalde in het eerste lid mag de Procureur die een aanzegging met rechtsgevolg doet, dat rechtstreeks aan een partij doen, mits met gelijktijdige verzending van een afschrift aan diens Procureur en op voorwaarde dat de mededeling aan een partij beperkt blijft tot deze aanzegging met rechtsgevolg. Indien de Procureur het beoogde rechtsgevolg ook kan bereiken door zijn brief alleen aan de Procureur van een partij te zenden, geldt voormelde uitzondering niet.
- Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld Advocaat.
Regel 26 Vertrouwelijke mededelingen
- Onverminderd het bepaalde in regel 27 dient een Procureur die aan een andere Procureur mededelingen wenst te doen die hij vertrouwelijk behandeld wil zien, dit verlangen duidelijk kenbaar te maken vóór de verzending van de eerste van deze mededelingen.
- Indien de geadresseerde ervoor kiest aan deze mededelingen niet een vertrouwelijk karakter te verlenen dient hij de afzender daarover onverwijld en aantoonbaar te informeren.
- Op vertrouwelijke mededelingen als bedoeld in het eerste lid mag in rechte geen beroep worden gedaan, tenzij het belang van de cliënt dit bepaaldelijk vordert, maar dan niet zonder voorafgaand overleg met de Procureur van de wederpartij.
- Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dient het advies van de deken te worden ingewonnen voordat in rechte een beroep als vorenbedoeld wordt gedaan.
- Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld Advocaat.
Regel 27 Schikkingsonderhandelingen
Omtrent de inhoud van tussen procureurs en advocaten gevoerde schikkingsonderhandelingen mag aan de rechter aan wiens oordeel of instantie aan wier oordeel de zaak is onderworpen, niets worden medegedeeld zonder toestemming van de Procureur of advocaat van de wederpartij.
Regel 28 Overnemen van cliënten
- Een Procureur onthoudt zich in beginsel van initiatieven om in een lopende zaak een cliënt van een andere Procureur tot de zijne te maken. Krijgt een Procureur een verzoek de behandeling van een zaak, die reeds bij een andere Procureur in behandeling is, over te nemen, dan voeren deze advocaten onderling overleg met het doel de opvolgende Procureur behoorlijk in te lichten over de stand van de zaak.
- Is de declaratie van de andere Procureur niet voldaan en beroept deze zich op zijn retentierecht, dan is hij niettemin verplicht het dossier op verzoek van de cliënt aan de opvolgende Procureur af te geven onder door de deken te stellen voorwaarden.
- Waar in deze regel ‘Procureur’ staat wordt tevens bedoeld Advocaat.
Regel 29 Medewerking onderzoek deken
Bij een tuchtrechtelijk onderzoek, een verzoek om informatie van de deken dat met een mogelijk tuchtrechtelijk onderzoek verband houdt of een verzoek om medewerking, is de betrokken Procureur verplicht alle gevraagde inlichtingen aanstonds aan de deken te verstrekken, zonder zich op zijn geheimhoudingsplicht te kunnen beroepen, behoudens in bijzondere gevallen.